<%@LANGUAGE="VBSCRIPT" CODEPAGE="1252"%> Leerdoelen hst 7 zuren en basen

Leerdoelen Hoofdstuk 7: zuren en base

Les De leerling Begrippen Vaardigheden/practica
7.1
  • kan met de juiste techniek met behulp van inicatoren bepalen of een stof zuur, basisch of neutraal is.
  • kan zeggen dat rodekoolsap in zuur rood kleure, in een bascihe stof groen/geel kleurt en in een neutrale stof paars blijft.
  • kan zeggen dat blauw lakmoespapier door zuur rood kleurt, dat rood lakmoespapier door een basische stof blauw kleurt en dat blauw en rood lakmoespapier in een neutrale stof niet van kleur veranderen.
  • kan zeggen dat fenolftaleïnen in een basische stof paars kleur en in een zuur en in een neutrale stof niet verkleurt.
  • kan met behulp van indicatoren (rodekoolsap, lakmoes, fenolftaleïnen en universeelindicator) nagaan of een oplossing zur, basisch of neutraal genoemd kan worden.
  • inicator
  • zuur
  • basisch
  • neutraal
  • indicatoren bij oplossingen
7.2
  • kan kenmerken van zure en basische oplossingen noemen
  • kan de pH van een oplossing bepalen met universeelindicatorpapier en met behulp van een computermeting.
  • kan aangeven dat met de pH aangegeven wordt hoe zuurof basisch een oplossing is.
  • kan aangeven dat zure oplossingen niet alle even zuur zijn.
  • universeelinicator
  • pH
  • stroom door zure oplosisngen
  • zure oplossigen met magnesium
  • pH-bepaling van zuren en basen met behulp van pH-papier en door middel van computermeting
7.3
  • kan angeven wat de rol is van water bij zure oplossingen
  • kan aangeven dat zuren bij oplossen H+ionen afstaan
  • kan de namen en formules van enkele bekende zuren noemen
  • kan de ionen noemen die voorkomen in oplossingen van zuren.
  • kan aangeven dat de pH van een waterige oplossing afhangt van de concentratie van H+ionen
  • zuur
  • concentratie
  • zure oplossing
  • geleidbaarheid van zuiver azijnzuur en opgelost azijnzuur
  • lakmoes met zuiver azijnzuur en met water verdund azijnzuur
  • koolstofdioxide in water
7.4
  • kan aangeven dat je een zuur kunt ontzuren met een base
  • kan verwoorden dat basische stoffen (opgelost in water) H+ionen kunnen opnemen.
  • kan aangeven wat neutraliseren is.
  • kan drie bekende basische oplossingen noemen.
  • kan aangeven welke ionen voorkomen in natronloog, kaliloog en kalkwater.
  • ontzuren
  • base
  • neutraliseren
  • zoutzuur ontzuren met natronloog
  • ijzer(III)hydroxide met zoutzuuur
7.5
  • kent de volgende bases: ammoniak NH3(g), zouten met OH-, zouten met O2-, zouten met CO32-
  • kan de ionen noemen die voorkomen in oplossingen van basen
  • kan aangeven wat een zuur-base-reacties is.
  • kan voorbeelden noemen van zuur-basereacties
  • kan reactievergelijkingn van zuur-base-reacteis opstellen
  • kan aangeven dat zure oplosingen kalksteen aantasten
  • kan toepassingen van zuur-basereacties noemen: ontzuren van grond met kalk (caciumcarbonaat)
  • zuur-basereactie
  • metaaloxide
  • ammonia
  • koperoxide en verdund zwavelzuur
  • ontzuren van zoutzuur met calciumcarbonaat
  • et ontzuren van zoutzuur met ammonia
verdieping
  • kan neutralisatiereacties toepassen bij titreren
  • kan een eenvoudige titratie uitvoeren
  • kan met titiratiegegevens de concentratie van azijnzuur in tafelazijn berekenen
  • neutralisatie
  • overmaat
  • titireren
  • titreren van tafelazijn

 

Wanneer je deze leerdoelen beheerst is de kans groot dat je een voldoende haalt voor een overhoring. Wees wel altijd kritisch naar jezelf.