Hieronder zie je een bak met vloeistof waarin je een drukdoos kunt laten zakken. De drukdoos heeft aan de bovenkant een vlies dat indeukt wanneer er door de vloeistof druk op wordt uitgeoefend. Daardoor wordt de druk van de lucht in de drukdoos groter. De lucht duwt daardoor de vloeistof in de linkerbuis van de U-buis (vloeistofmanometer) naar beneden. Rechts gaat de vloeistof dan omhoog. Het hoogteverschil tussen de vloeistofspiegels van de vloeistofmanometer is een maat voor de druk.
Opmerking 1: In de U-buis bevindt zich dezelfde vloeistof
als in de bak.
Opmerking 2: Let op dat hier alleen de vloeistofdruk wordt
gemeten. De luchtdruk is er nog niet bij opgeteld.
Je kunt hier uitzoeken hoe de vloeistofdruk toeneemt met de
diepte. Met de muis ingedrukt kun je de drukdoos naar beneden of
boven laten bewegen. Rechts kun je kiezen tussen verschillende
vloeistoffen. De dichtheid van de vloeistof is ook aangegeven
evenals de diepte van de drukdoos. Onderaan is de vloeistofdruk
te zien in hectopascal (hPa).
(1 hPa = 1 hectopascal = 100 Pa = 100 N/m2)
Je kunt zien dat bij water de vloeistofdruk per cm diepte toeneemt met ongeveer 1 hPa.
In het algemeen geldt de volgende formule:
p = h r g |
p ... vloeistofdruk in N/m2
h ... diepte in m
r ... dichtheid van de vloeistof in kg/m3
g ... gravitas in N/kg
(op aarde is gravitas 9,81 N/kg, vaak wordt het afgerond op 10 N/kg)
Bestandsnummer: ns000027 van de nasksite van de NVON
Bron:
URL: http://home.a-city.de/walter.fendt/phys/druckdose.htm
© Walter Fendt, 3. Februar 1999
Laatste wijziging: 2. Juni 2000 Teun Koops