Leerdoelen Hoofdstuk 4
: Schoonmaken
Van dit hoofdstuk worden alle
paragrafen behandeld.
Je moet:
- Drie manieren kunnen noemen waarop vuil verwijderd kan worden.(4.1)
- Kunnen omschrijven van cosmetica zijn. (4.1)
- Twee milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen kunnen noemen. (4.1)
- Minimaal drie stoffen in shampoo kunnen noemen, met daarbij hun functie.
(4.2)
- Minimaal drie stiffen in Tandpasta kunnen noemen, met daarbij hun functie.
(4.2)
- Weten wat de functie is van een emulgator. (4.2)
- Minimaal drie producten kunnen noemen waarin een emulgator verwerkt is.
(4.2)
- De bestanddelen van een wasmiddel kunnen herkennen en de funcrie daarvan
weten. (4.3)
- Kunnen vertellen waarvoor je een zuur schoonmaakmiddel kunt gebruiken (4.4)
- Kunnen vertellen waarvoor je een basisch schoonmaakmiddel kunt gebruiken.
(4.4)
- Aan kunnen geven wat de pH-waarde is van zure, neutrale en basische oplosisngen
(wb 4.4)