Voor elke opgave geldt: Probeer het eerst zelf en controleer daarna je antwoord.
Deze oefening bevat 3 vragen
1. |
Bereken van de
volgende frequenties de trillingstijd a. 400 Hz b. 25 kHz uitwerking |
|
2. |
Bereken van de volgende trillingstijden
de frequentie. a. 25 s b 80 ms uitwerking |
|
3. |
In de onderstaande figuur zie je een beeld van een oscilloscoop. Beantwoord de onderstaande vragen.
uitwerking |
vraag 1:
a. 400 Hz
Bij het berekenen van frequentie maak je gebruik van de FBI-methode
Met deze methode kom je tot het volgende resultaat:
b.
Bij het berekenen van frequentie maak je gebruik van de FBI-methode
. Met deze methode kom je tot het volgende resultaat:
vraag 2:
a.
Bij het berekenen van frequentie maak je gebruik van de FBI-methode
Met deze methode kom je tot het volgende resultaat:
b.
Bij het berekenen van frequentie maak je gebruik van de FBI-methode
Met deze methode kom je tot het volgende resultaat:
vraag 3:
a) Je ziet 5 trillingen. Een
trilling die te zien is op een oscilloscoop bestaat uit een 'berg' en een 'dal'
samen. Je ziet vijf keer een 'berg en dal'. Dit betekend dus 5 trillingen.
b) Als de toon vier zo laag is betekend dit dat er vier zo weinig trillingen
op het scherm staan. Er stronden er 5 nu zal er dus maar één vierde
van het aantal trillingen op het scherm staan. De 'bergen' en 'dalen' zijn even
hoog want de toon is niet harder is zachter gaan klinken. Het zier er dan als
volgt uit: