1
|
|
2
|
- Onderdeel 1: molecuulformules
|
3
|
- Molecuulformules
- Reactievergelijkingen
- Zouten
|
4
|
- Nieuwe methode
- Uitgangspunt boek derde klas
- Komma gaat verdwijnen
|
5
|
- Noodzaak
- Herhaling vorig jaar
- Uitleg moleculen
- Voorbeelden
- Opdrachten maken
|
6
|
- Elementen of atoomsoorten (binas) in het Periodiek Systeem
- Verbinding
- Niet-ontleedbare stof
- Scheiden
- Ontleden
- Metalen
- fasen
|
7
|
- Opgebouwd uit atomen
- Verschillende atomen à
ontleedbaar
- Zelfde atomen à
niet-ontleedbaar
- Aantal atomen zeer belangrijk
- Index en coëfficiënt
|
8
|
- Vier Water moleculen
- Verbinding waterstof en zuurstof-atomen
- H,O (l) (kommaformule)
- H2O (l) (molecuulformule)
- Twee atomen waterstof en één atoom zuurstof
|
9
|
- drie Koolstofdioxide-moleculen
- Verbinding zuurstof en waterstof
- C,O (g) (kommaformule)
- CO2 (g) (molecuulformule)
- Één atoom koolstof en twee atomen zuurstof
|
10
|
- Een molecuul methaan (hoofdbestanddeel aardgas)
- Verbinding van koolstof en waterstof
- C,H(g) (kommaformule)
- CH4(g) (molecuulformule)
- Één atoom koolstof en 4 atomen waterstof
|
11
|
- Difosforpentaoxide
- Verbinding van fosfor en zuurstof
- P,O(s) (kommaformule)
- P2O5 (s) (molecuulformule)
- Twee fosfor-atomen en vijf zuurstof atomen
|
12
|
|
13
|
|
14
|
- Zie stencil (bladzijde 1)
|
15
|
- Onderdeel 2: reactievergelijkingen
|
16
|
- Nieuwe stoffen maken
- Herhaling vorig jaar
- Uitleg reactievergelijkingen
- stappenplan
- Opdrachten… veel opdrachten
|
17
|
- Chemische reactie is een proces waarbij stoffen verdwijnen en nieuwe
stoffen ontstaan.
- Voor de pijl beginsstoffen
- Na de pijl eindstoffen
- Totale massa vóór en ná de reactie gelijk
- Één beginstof is een ontleding
- Fasen tussen haakjes
|
18
|
- Fasen
- Vast (s)
- Vloeibaar (l)
- Gasvormig (g)
- In woorden en symbolen
- Voorbeeld
- Water (vloeibaar) à
zuurstof (gas) + waterstof (gas)
- H,O(l) àO(g) + H(g)
|
19
|
- Stel het reactieschema in woorden op
- Maak het reactieschema met formules
- Maak het reactieschema met formules kloppend
- Controleer of de reactievergelijking kloppend is.
|
20
|
- Reacties vanaf nu met molecuulformules
- Reacties worden kloppend gemaakt
- Aantal atomen voor en na de pijl van één atoomsoort gelijk
- Totaal aantal atomen voor en na de pijl gelijk
- Kloppend maken? Hoe gaat dat?
|
21
|
- ___Mg(s) + ___O2 (s) à ___MgO(s)
- Aan de molecuulformules mag je niets veranderen
- Aantal atomen van één soort moeten voor en na de pijl gelijk zijn.
|
22
|
- ___C2H4 (g) + ___O2(g) à ___CO2(g) + ___H2O(g)
|
23
|
- __FeO(s) + __Al(s) à
__Fe(s) + __Al2O3(s)
|
24
|
- Gewoon veel oefenen!
- Zie stencil bladzijde 2
|
25
|
|
26
|
|
27
|
- Begrip ‘zouten’
- Voorbeelden
- Reactie’s (demonstratie)
- Reactie’s (Binas)
- Reactie’s (opschrijven)
- Practicum???
- Opdrachten maken
|
28
|
- Elektrolyse koperchloride oplossing
- Voorraad zouten
- Neerslagreacties met lood
|
29
|
- Een zout is een verbinding van een metaal en een (aantal) niet-metalen.
- Bestaan uit ionen (geladen deeltjes)
- Hoog smeltpunt
- Vaste zouten geleiden geen elektrische stroom
- Vloeibare (gesmolten) zouten geleiden wel elektrische stroom
- Opgeloste zouten geleiden wel elektrische stroom
|
30
|
- Bekendste zout
- Natriumchloride
- Bestaat uit natriumdeeltjes die we natriumionen noemen en chloordeeltjes
die we chloorionen noemen.
- Ionen zijn gerangschikt in een ionrooster
|
31
|
- Metaal ionen zijn positief geladen
- Notatie van lading bij het symbool
- Lading 1+, 2+ of 3+ (4+)
|
32
|
- Ionen van niet-metalen zijn negatief geladen
- Lading 1- , 2- of 3-
|
33
|
- Waterstof (H+)
- Zure oplossing
- Komt voor in zoutzuur, citrioenzuur, zwavelzuur enz.
- Hydroxide (OH-)
- Basische oplossing
- Komt voor in natronloog, kaliloog, calciumhydroxideoplossing
- Aan de orde in hoofdstuk 7 (eerste hoofdstuk)
|
34
|
- Ionen die uit verschillende elementen bestaan.
- Worden gezien als één deeltje
- Voorbeelden
- Sulfaat (SO42-)
- Carbonaat (CO32-)
- Nitraat (NO3-)
|
35
|
|
36
|
- Overzicht van belangrijkste ionen
- Oplosbaarheid van zouten
|
37
|
|
38
|
|
39
|
- Leren door te doen
- Zie stencil bladzijde 3
|
40
|
- onderdeel 4 vragen stellen en
gemengde opdrachten
|
41
|
- Leren door te doen
- Zie stencil
|