Leerdoelen Hoofdstuk 2:
Elektrische stroom
Van dit hoofdstuk wordt paragraaf
2.3b niet behandeld.
Je moet:
- Weten wat een kWh-meter is en hoe deze werkt (2.1a en 2.2b)
- Weten welke onderdelen in een meterkast zitten (2.1a)
- Weten waarom een huis is opgedeeld in groepen (2.1a)
- Weten hoe je lading kunt opwekken (2.1b)
- Kunnen vertellen wanneer er sprake is van een elektische stroom (2.1b)
- Aan kunnen geven wanneer lading elkaar afstoot of juist aantrekt (2.1b)
- 3 punten kunnen noemen die je met energie kan doen (2.2a)
- 3 dingen kunnen noemen die je met elektische stroom kan doen en van elk
een voorbeeld kunnen geven (2.2a)
- 2 eenheden van energie kunnen noemen en deze ook gebruiken en van elke een
voorbeeld kunnen geven (2.2a)
- Weten hoe je de twee eenheden van energie kunt omrekenen. (2.2a)
- Weten wat het vermogen van een appartaat is (2.2b)
- Berekeningen uit kunnen voeren met de formule energieverbruik = vermogen
* tijd (2.2b)
- Kunnen bereken wat de kosten zijn van elektriciteitsverbruik (2.2b)
- de eenheden kW en W naar elkaar kunnen omrekenen. (2.2b)
- Aan de hand van een meting met de kWh-meter het vermogen van een apparaat
bepalen (2.2b wb blz 39)
- Weten wat een spanningbron doet (2.3a)
- minimaal 4 voorbeelden van een spanningsbron kunnen noemen (2.3a)
- Weten wat spanning betekend en wat de eenheid (+ afkorting) van spanning
is. (2.3a)
- Minimaal 5 energiebronnen kunnen noemen die elektriciteit kunnen opwekken
(2.3a)
- Weten hoe zuren regen ontstaat (2.3a)
- Weten wat het broeikaseffect inhoudt en wat de gevolgen daarvan zijn (2.3a)
- Weten waar radioactief afval ontstaat en wat er mee gedaan wordt. (2.3a)
- Weten waaraan een stroomkring moet voldoen om een stroom te laten lopen(2.4a)
- Kunnen vertellen hoe een stroom loopt in een stroomkring. (2.4a)
- Kunnen vertellen wat geleiders en isolatoren zijn. (2.4a)
- Minimaal 5 voorbeelden kunnen noemen van geleiders en isolatoren (2.4a)
- Weten wat weerstand betekend (2.4a)
- Van een geleider aan kunnen geven of deze veel of weinig weerstand heeft
(2.4a)
- Van een isolator aan kunnen geven of deze veel of weinig weerstand heeft
(2.4a)
- Het verschil weten tussen een serie en een parallel-schakeling (2.4b)
- De spanning kunnen bepalen van een aantal geschakelde batterijen (2.4b)
- Drie beroepen kunnen noemen die te maken hebben met elektriciteit (2.5a)
- Hoe je een ampèremeter moet gebruiken om stroomsterkte te meten.
(2.5b)
- Weten wat een meetbereik is (2.5b)
- De verschillende meetbereiken van een ampèremeter kunnen gebruiken.
(2.5b)
- Een ampèremeter kunnen aflezen. (2.5b wb blz
53)
- De twee eenheden van Ampère om kunnen rekenen (2.5b)