Leerdoelen Hoofdstuk 8
: Elektrische stroom
Van dit hoofdstuk worden alle
paragrafen behandeld.
Je moet:
- Twee soorten lading kunnen omschrijven en herkennen. (8.1)
- De rol van lading bij afstoten of aantrekken kunnen herkennen en omschrijven.
(8.1)
- een aantal voorbeelden kunnen noemen van isolatoren en geleiders (8.1)
- Aan kunnen geven wat elektrische stroom is (8.1)
- Een schematische tekening kunnen maken van een elektrische schakeling met
inbegrip van je juiste symbolen (wb 8.2)
- Van een LDR, NTC, koolweerstand, draadgewonden weerstand en regelbare weerstand
kunnen vertellen hoe ze werken en waar de weerstand van afhankelijk is. (8.2)
- Schema's van elektrische schakelingen kunnen begrijpen en interpreteren
(8.2)
- Van de drukschakelaar, aan/uit-schakelaar, reedcontact, relais en transistor
de functie kunnen geven en hun werking kunnen toelichten. (8.2)
- De functie van een condensator kunnen geven (8.2)
- Het schema van een flitsapparaat kunnen geven en toelichten (8.2)
- Een verschil en een overeenkomst kunnen noemen tussen een diode en een LED
(8.2)
- Met een ampèremeter een schakeling kunnen tekenen en een ampèremeter
kunnen aflezen op verschillende meetbereiken (wb
8.3)
- De formule voor stroomsterkte in een serieschakeling kunnen toepassen (8.3)
- De formule voor stroomsterkte in een parallelschakeling kunnen toepassen
(8.3)
- Met een voltmeter een schakeling kunnen tekenen en een voltmeter kunnen
aflezen op verschillende meetbereiken (wb 8.4)
- De formule voor spanning in een serieschakeling kunnen toepassen (8.4)
- De formule voor spanning in een parallelschakeling kunnen toepassen (8.4)
- De wet van Ohm kunnen toepassen bij berekeningen met spanning, stroomsterkte
en weerstand (wb 8.5)
- De wet van Ohm in woorden kunnen omschrijven (8.5)
- Een diagram van stroomsterkte tegen de spanning (of andersom) maken, aflezen
en gebruiken in berekeningen (wb 8.5)
- Berekeningen met vervangingweerstand voor een serie- en parallelschakeling
kunnen uitvoeren (wb 8.6)