Les |
De leerling |
Begrippen |
Vaardigheden/practica |
2.1 |
- kan soorten water onderscheiden
- kan uitleggen dat water als oplosmiddel en speolmiddel dient bij de
was
- kan de werking van een zeep uitleggen (ook 2.2)
|
- oplosmiddel
- spoelmiddel
- emulsie
- emulgator
- mengen
|
- uitvoeren van een proef
- doen van waarnemingen
- trekken van conclusies
- herkennen van soorten water
|
2.2 |
- kan de kenmerken van lichaamsverzorginsproducten noemen.
- kan een handcrème maken
|
- hydrofiel
- dydrofoob
- verzorgende werking
- reinigende werking
- slijpende werking
|
- het maken van een crème
- werking van een zeep kunnen uitleggen
- bereiden van zeep
|
2.3 |
- kan zure en basische schoonmaakmiddelen noemen.
- kan gevaren en veiligheidsmaatregelen noemen bij het gebruik van schoonmaakmiddelen.
|
- pH
- Zuurgraad
- Suren
- Basen
- indicator
- gevarensymbolen
|
- weten wat de risico's van zuren en basen zijn
- aantonen van zuren en basen met een indicator
- de betekenis van gevarensymbolen kennen
- op de juiste manier omgaan met schoonmaakmiddelen
|
2.4 |
- kan gevaren en veiligheidsmaartregelen noemen bij het gebruik van
oplosmiddelen
|
|
- enige oplosmiddelen kennen
- de risico's van oplosmiddelen kennen
|
2.5 |
- kan een extractie en een adsorptie uitvoeren
- kan een werkstuk maken over drinkwater
|
- extractie
- adsorptie
- informatie zoeken
- logboek
|
- uitvoeren van extractie en adsorptie
- maken van een werkstuk
- bijhouden van een logboek
|
verdieping |
- kan de werkingen de samenstelling van wasmiddelen noemen
|
- enzymen
- witmakers
- kleurbeschermers
|
|
Wanneer je deze leerdoelen beheerst is de kans groot dat je een voldoende haalt
voor een overhoring. Wees wel altijd kritisch naar jezelf.