Leerdoelen Hoofdstuk 1:
Meten is weten
Van dit hoofdstuk alle
paragrafen
behandeld.
Je moet:
- Weten welke vakken zich bezig houden met natuurwetenschappen (1.1a)
- Weten waardoor natuurwetenschappelijke kennis wordt
verkregen (1.1a)
- Een aantal voorbeelden van natuurwetenschappelijk
onderzoek kunnen noemen (1.1a)
- Weten wat de alchimisten deden en wat het gevolg
van hun werk was. (1.1b)
- Voorbeelden kunnen noemen van apparatuur, gereedschap,
glas/aardewerk en stoffen.(1.2a)
- Weten welke veiligheidsmaatregelen je moet nemen
bij een practicum en daar een aantal voorbeelden van kunnen noemen. (1.2a)
- Een aantal veiligheidsvoorzieningen in het lokaal
kunnen noemen. (1.2a)
- De 5 zintuigen van een mens kunnen noemen. (1.1a
en 1.2b)
- Weten wat meten is. (1.3a)
- Weten wat de begippen eenheid en grootheid betekenen.
(1.3a)
- Je moet 4 grootheden en eenheden kunnen noemen van
het SI-systeem. (1.3a)
- Het verschil aan kunnen geven tussen een digitale
en analoge meting. (1.3a)
- Weten wat het SI-systeem is en waarom dit ingevoerd
is (1.3a)
- Voorbeelden van voorvoegsel kunnen noemen en deze
kunnen gebruiken voor eenheden. (1.3a)
- Weten wat een standaard eenheid is. (1.3a)
- Eenheden kunnen omrekenen zonder behulp van een
overzicht. (1.3b)
- De onderdelen van een vloeistofthermometer kunnen
aangeven. (1.4a)
- Drie verschillende schaalverdelingen van temperatuur
kunnen aangeven. (1.4a)
- Een aantal instrumenten kunnen noemen waarmee je
massa kunt meten. (1.4a)
- Met behulp van verschillende massablokjes een bepaalde
massa samenstellen. (1.4a wb blz 16)
- Verschillende instrumenten kunnen noemen om tijd
te meten.(1.4b)
- De tijd op een willekeurige plek op aarde kunnen
bepalen met behulp van een kaart met tijdzones. (1.4b)
- Weten hoe je volume moet berekenen. (1.5a)
- Weten wat de onderdompelingsmethode inhoudt en deze
kunnen gebruiken. (1.5a)
- Kunnen omrekenen naar verschillende eenheden van
volume. (1.5b)
- Kunnen omrekenen naar verschillende eenheden van
tijd. (1.5b)
- in staat zijn om verschillende metingen op een schaalverdeling te kunnen
aflezen (1.6a wb blz 23)
- Meetresultaten overzichtelijk kunnen verwerken in
een diagram. (1.6a)
- Een diagram kunnen gebruiken om meetresultaten af
te lezen of voorspellen. (1.6a en b)
- Weten wat intrapoleren en extraloperen is en dit
toe kunnen passen (1.6b)