Leerdoelen Hoofdstuk 2
: Deeltjes
Van dit hoofdstuk alle paragrafen
behandeld.
Je moet:
- De drie fasen kunnen noemen. (2.1a)
- Van elke fase twee stoffen als voorbeeld kunnen geven bij kamertemperatuur.
(2.1a)
- Van elke fase twee kenmerken kunnen noemen (2.1a
)
- De fasenovergangen tussen veschillende fasen kunnen benoemen. (2.1b)
- Kunnen omschrijven tussen welke fasen een bepaalde overgang plaatsvindt.
(2.1b)
- Van elke fase een voorstelling kunnen tekenen (2.2a)
- Tekeneningen van fasen kunnen herkennen en noemen (2.2a)
- het 'gedrag'van moleculen met betrekking tot aantrekingskracht, onderlinge
afstand, beweging, snelheid en ruimte tussen moleculen kunnen beschrijven.
(2.2a)
- Met behulp van het molecuulmodel de fasenovergangen kunnen toelichten en
verklaren (2.2b)
- Kunnen vertellen uit hoeveel soorten moleculen een mengsel bestaat
(2.3a)
- Een omschrijving kunnen geven van het scheiden van moleculen. (2.3a)
- Een schamatische weergave van een mengsel kunnen tekenen en herkennen (2.3a)
- Aan de hand van een grafiek waar temperatuur tegen de tijd uitgezet is van
een faseovergang, kunnen aangeven of dit om eem zuiver of onzuivere stof gaat.
(2.3b)
- Grafieken kunnen tekenen bij een fase overgang waar de temperatuur uitgezet
wordt tegen de tijd (2.3b)
- Een omschrijving kunnen geven van de begrippen, oplossing, oplosmiddel en
opgeloste stof (2.4a)
- Een omschrijving kunnen geven van concentratie. (2.4a)
- De concentratie kunnen berekenen aan de hand van massa en volume (2.4a wb)
- De hoeveelheid opgeloste stof kunnen bebalen aan de hand van concentratie
en volume (2.4a wb)
- Het begrip oplosbaarheid kunnen toelichten (2.4b)
- Aan kunnen geven wat er gebeurt met de oplosbaarheid van vaste stoffen of
gassen wanneer de temperatuur stijgt of daalt. (2.4b)