<%@LANGUAGE="VBSCRIPT" CODEPAGE="1252"%> Leerdoelen hoofdstuk 5 Formules en Reactievergelijkingen

Leerdoelen Hoofdstuk 5: formules en reactievergelijkingen

Les De leerling Begrippen Vaardigheden/practica
5.1
  • kan aangeven dat stoffen uit moleculen en moleculen uit atomen zijn opgebouwd.
  • weet dat de moleculen van een verbinding zijn opgebouwd uit verschillende atoomsoorten
  • kan met tekeningen een voorstelling geven van wat er bij reacties met atomen gebuert.
  • kan aangeven hoe de elementen in het Periodiek Systeem gerangschikt zijn.
  • kan enkele groepen (halogenen en edelgassen) uit het Periodiek Systeem noemen.
  • atomen
  • moleculen
  • hergroepering
  • Periodiek Systeem
  • Halogenen
  • Edelgassen
  • ontleedbare stof
  • niet ontleedbare stof
  • moleculen nabouwen met eenvoudige molecuulmodellen
  • informatie inver atoomsoorten opzoeken in het Periodiek Systeem
5.2
  • kan met beulp van moleculen en atomen de voglende begrippen beschrijven: zuivere stof, mengsel
  • kan met behulp van moleculen en atomen de volgende processen beschrijven: scheiden van mengsels, oplossen, smelten, destilleren, stollen en ontleden.
  • scheiden
  • oplossen
  • smelten
  • stollen
  • destilleren
  • ontleden
  • ontleden van ammoniumdichromaat
  • het ontleden van suiker
5.3
  • kan uitleggen wat de moleculformule van een moleculaire stof aangeeft en weet daarbij ook de voorvoegsels mono, di, tri en tetra op een juiste wijze te gebruiken
  • kan van een reactie waarvan de formules van de gebinstoffen en de reactieproducten gegeven zijn, de reactieschema's opschrijven.
  • moleculaire stoffen
  • voorvoegsels mono, di, tri, tetra
  • soffen met de uitgang ide.
  • reactieschema's
  • reactievergelijking
  • molecuulmodellen bouwen
5.4
  • weet wat met het aantal atomen gebeurt bij een reactie.

  • Kent de betekenis van een coëfficiënt in een reactievergelijking.

  • kan na afloop reactieschema's opstellen en deze kloppend maken.

  • kloppend maken
  • reacties nabootsen met molecuulmodellen en de aantallen atomen voor en na de reactie controleren en vervolgens kloppend maken door het goede aantal moleculen te gebruiken.
5.5
  • kan aangeven wat de betekenis is van atoom en molecuulmassa
  • kan de begrippen atoommassa en molecuulmassa juist gebruiken
  • kan uitleggen dat bij een chemsiche reactie de totale massa van een stof niet veranderd.
  • atoommassa
  • molecuulmassa
  • massa bepalen van stoffen voor en na de reactie.
verdieping
  • kan uit resultaten van een proef de massaverhouding bepalen
  • massaverhouding
  • staalwol verbranden

 

Wanneer je deze leerdoelen beheerst is de kans groot dat je een voldoende haalt voor een overhoring. Wees wel altijd kritisch naar jezelf.